“Ze heeft er gewoon geen zin in, op haar eigen manier vindt ze het gewoon makkelijker.” Aldus de groep 2 juf van mijn dochter.
Het is al weer een tijdje geleden gebeurd, maar toch voelt het alsof het gisteren was. Mijn haren gingen rechtovereind staan en mijn dochter stond beteuterd naast me. Kijkend van de juf naar mij en weer terug. Het ging over de manier van het vasthouden van een pen bij het schrijven. Dat deed dochter niet volgens het schrijfprotocol. Het was een week voor de zomervakantie maar gelukkig was er hoop: ik kon een gum-achtig blokje van de juf lenen dat precies om een pen paste. Waardoor je maar op één manier de pen kon vasthouden. Zo konden wij de hele vakantie samen oefenen met schrijven. Zes weken lang.
Wat me nou het meest tegenstond van deze situatie? Niet dat blokje. En ook niet eens de toon van de juf, of de schrijfregels. Ik snap best dat het handig is dat kinderen op een bepaalde manier leren schrijven. Wat me echter irriteerde, was dat werd gezegd dat ze er ‘geen zin in had‘. Hoe kon juf dat weten? Wat was dat voor conclusie, naar aanleiding van het schrijfgedrag van mijn dochter?
In mijn trainingen hebben we het vaak over het verschil tussen observeren en interpreteren. Het moge duidelijk zijn: observeren is wat je feitelijk ziet en interpreteren is wat je invult over die feitelijke situatie. Het woord interpretatie komt van het Franse interprète, wat “tolk”, maar ook “vertolker” betekent. In feite vertaal je het dus gedrag.
Terug naar de situatie. Wat we observeren: bij het schrijven klemt dochter haar pen tussen wijs- en middelvinger. En de juf houdt haar pen tussen het puntje van haar wijsvinger en duim vast. We observeren overigens ook dat 26 van de 28 kinderen in de klas de pen net zo als juf vasthouden. Wat juf interpreteert: dochter heeft geen zin om de pen net zoals zij vast te houden. Is dat waar? Zou kunnen! Maar is dat de enige mogelijke waarheid? Dacht het niet. Misschien vindt dochter het lastig, of heeft ze een blaar op een vinger waardoor het pijn doet als ze de pen net als juf vasthoudt.
Laten we ervan uit gaan dat de juf mijn dochter wilde helpen. Haar intentie was vast goed. Maar doordat ze misgokte bij de interpretatie waarom mijn dochter haar pen zo vast hield (‘je hebt er geen in zin’), was dochter niet meer ontvankelijk voor de goedbedoelde tip, het schrijfblokje. Dat ding lag namelijk niet voor niets de hele zomervakantie in een hoekje.
Conclusie? Als je iemand goed bedoeld wilt helpen met iets dat volgens jou handiger kan, is het belangrijk eerst te kijken wat diegene doet. Kijk, beschrijf wat je ziet en stop. Herkent de ander dat? Als het feitelijk is beschreven, zou dat moeten. Is dat niet zo? Probeer je het nog een keer. Zorg dat er niet op voorhand wrijving ontstaat over de reden waarom iemand iets doet. Daar heb je het daarna pas over.
We zijn ondertussen bijna zes jaar verder en dochter zit in groep 8. Ze schrijft nog steeds niet übernetjes maar van de week kwam ze thuis met een geweldig opstel. Ik zou niet weten hoe ze daarbij haar pen heeft vastgehouden. Mag jij raden of me dat interesseert. Vul maar in, voor een keertje.