Skip to content
Tussen de regels door
StiP - regels

Geplaatst op:

Voor juf Chantal

Toen ik negen jaar was, maakte ik een werkstuk over konijnen. Ik snap eigenlijk niet hoe ik daar op kwam want ik heb niets met konijnen, maar er zal destijds vast een logische verklaring voor zijn geweest. Nou beleefde ik zelf niet zo’n plezier aan dat werkstuk maar het leuke was dat mijn werkstuk in de schoolkrant gepubliceerd mocht worden. Trots dat ik was! Dat zou vast betekenen dat mijn werkstuk gewoon goed was. Niets op aan te merken en een vermelding in de schoolkrant waard!

Even een zijweggetje. Toen ik negen jaar was, bestond het woord ‘stencil’ nog. Check even, als je dit woord kent dan werk je of (al heel lang) in het onderwijs, of je bent minstens zo oud als ik. Als je het woord niet kent: dit noemen we tegenwoordig gewoon een kopietje. En als je die ook niet snapt, houd het dan maar op een geprint pdf’je of scan. Anyway, waarom ik dit uitleg, is omdat de schoolkrant bestond uit stencils (= kopietjes = printjes) van handgeschreven tekst. Met andere woorden: ik moest mijn werkstuk overschrijven uit mijn schriftje zodat het in de schoolkrant kon komen.

Met veel concentratie ging ik aan de slag en tevreden leverde ik mijn papier in bij de meester. Ik herinner me nog goed hoe hij een wenkbrauw optrok toen hij mijn blad bekeek en mij vervolgens zei dat het niet netjes genoeg geschreven was. Mij kennende zal ik ‘kan gebeuren’ gedacht hebben en gedreven pakte ik vast een nieuw leeg vel om nog een keer aan de slag te gaan. Bij het inleveren van poging twee was de teleurstelling groot…. Nog steeds vond de meester het niet netjes genoeg geschreven. Hoe moest het dan nog beter? Aarzelend startte ik een derde poging. De trots van de publicatie nog achterin mijn negenjarige hoofd. Helaas was het ook deze keer nog niet goed genoeg. Of ik het nog één keer wilde overschrijven. Ik ging van trots naar teleurstelling naar tegendraads. Hier had ik dus geen zin meer in. Het ging toch om het werkstuk, wat maakte dat handschrift dan uit?

Tot op de dag van vandaag herinner ik me niet meer wat ik heb gedaan en of het stuk uiteindelijk in de schoolkrant is verschenen. Wel weet ik nog hoe het voelde om steeds teleurgestelder te raken zonder enige aanwijzing wat er dan anders zou moeten en waarom het überhaupt zo belangrijk was dat het ging zoals de meester het wilde.

Net als alle anders achtste groepers, hebben mijn dochters deze week de eindtoets. Dit terwijl ze al lang en breed zijn ingeschreven voor de middelbare school, maar dat geheel terzijde. Gelukkig hebben zij een juf die ze fantastisch heeft begeleid tijdens dit laatste basisschooljaar. Lesgeven waarbij kinderen snappen wat en hoe het anders kan waarbij hun eigen talenten centraal staan en ze trots mogen zijn op wie ze zijn en wat ze kunnen.

Ik geef dan wel geen les, maar tijdens mijn trainingen staat deze visie wel centraal. Persoonlijk (ik stem af op jou en niet andersom) en Praktisch (concrete handvatten hoe het anders kan). En als ik even terug kon in de tijd, dan zou ik tegen mijzelf zeggen dat ik echt wel trots mocht zijn op mijn konijnenwerkstuk. Who cares about the gestencilde schoolkrant?

 

Regels